César en Juan Salamanca

BioValle

Locatie: Palma Del Río, Córdoba
Producten: Oranges

Biovalle is een familiebedrijf dat citrusvruchten op een agro-ecologische manier teelt en verkoopt. De broers César en Juan Salamanca Ocaña telen voornamelijk sinaasappels, zoals hun grootvader José Ocaña meer dan 70 jaar geleden al deed.

De velden waar ze voor zorgen bevinden zich in de Guadalquivir-vallei, tussen Córdoba en Sevilla.

De sinaasappels worden alleen vers en snel na het plukken verkocht, van eind november tot half mei. Ze telen zelfs een lokale variant van de traditionele teelt (Cadenera) die dreigt te verdwijnen en waarvan ze pioniers waren in de biologische teelt, verkoop en conservering. In totaal telen ze meer dan 10 verschillende soorten biologische citrus.

Ze oogsten de sinaasappels alleen op het optimale punt van rijpheid. Ze hebben geen koelcellen of een ander systeem om het fruit na de oogst te bewaren, dus wordt er niets opgeslagen. Ze oogsten, verpakken en verzenden de sinaasappels binnen de 24 uur, waardoor supervers, aromatisch en sappig op hun bestemming aankomen.

Ze maken sinds hun oprichting deel uit van verschillende netwerken en verenigingen van producenten en consumenten in de Andalusische provincies Sevilla en Córdoba. En van verschillende agro-ecologische bewegingen.

Ze verkopen hun biologische sinaasappelen en citrusvruchten rechtstreeks op hun boerderij, online via hun website (biovalle.es), voor consumentengroepen en verenigingen, en in winkels in Andalusië, Spanje en sommige delen van Europa. De Biovalle velden staan ​altijd open voor iedereen die de basisprincipes van agro-ecologie “ter plaatse” wil leren kennen en de boerderij wil bezoeken.

Natuurlijk zijn alle producten die ze verbouwen en aanbieden biologisch gecertificeerd (CAAE-certificering) en verkopen ze enkel citrus die ze zelf produceren (geen doorverkoop – ‘op is op’).

“Zaken moeten op een andere manier gedaan worden, op basis van wederzijds vertrouwen en respect, door een verantwoordelijke boer met de eindklant in gedachten.”

Juan Salamanca